Huys ende Borch

De meest in het oog springende bouwwerken aan de oostzijde van de Markt zijn de sprunk, de watermolen en kasteel d'Erp. Het kasteel ontleent zijn naam aan de laatste adelijke bewoners, de familie d'Erp. In 1388 wordt melding gemaakt van onse Huys ende Borch geheiten Baerlo gelegen in den lande van Kessel mit hoeren vesten ende graven, mit allen den heerlyckheyden, buschen, vischen, weyden, gueden ende toebehoren, als die selige Heer Willem van Baerlo, doe hij leefde, plach toe hebben. Het betreft een akte van verkoop waarbij Willem van Gulik, hertog van Gelre het leengoed verkoopt aan onse raedt, Jacob van Montfort. Uit 1219 dateert een oorkonde waarin we de naam Barlo aantreffen. Hendrik, graaf van Kessel geeft met zijn vrouw Othelende aan het klooster Mariënweerd eene curtis in Barlo en Hovesdonk, eene mansus in het bosch van Barlo, een boomgaard bij de kerk van Kessel en eene curtis in Oijen. Met deze curtis in Barlo en Hovesdonk is de hoeve de Kië bedoeld in het Koesdonkerveld. Bij deze schenking trad een zekere Gerard de Barlo op als getuige. Een tweede vermelding van de naam Barlo is aangetroffen in een oorkonde uit 1236. In dat jaar stichtte Hendrik, graaf van Kessel in de kerk van Kessel een altaar ter ere van de Heilige Catharina en gaf daaraan een curtis te Kessel en andere goederen. Hierbij trad een dominus Bert miles in Barlo op als getuige.

Kasteel.jpg

Huys ende Borch was een Gelders leen en vormde één van de vier versterkingen in het land van Kessel. De bezitters van het kasteel hadden de meeste goederen en voorrechten van de heerlijkheid Baerlo. Na de familie van Montfort werd de Borcht verkocht aan de familie die Klair en vervolgens beleend aan de families Van Eyll (1505) en Van Laer (1637). Onder de leenhof ressorteerden de hoeve Aen gen Eyndt (Aen Ing), de watermolen bij de Sprunk, 1/6 deel van de grote korentiend van Baarlo, de Kesseleiker grote korentiend en de Kesselse hof Aenghen Put.

Tijdens de Gelderse oorlogen, aan het begin van de 16e eeuw, werd de veste Baarlo ingenomen. In de periode 1571-1578 werd de Borcht geplunderd en platgebrand. De heer van Eyll bouwde het kasteel echter weer op. Nadat het kasteel overging in handen van de familie Van Laer tot Hoenlo is het gebouw omstreeks 1640/1650 vernieuwd.

In 1648 gaf het Hof van Gelderland te Roermond aan Johan van Laer verlof tot de oprichting van een laatbank. Deze voerde een nauwkeurige administratie van de goederen die cijnsroerig (belastingplichtig) waren aan Huys en de Borch. De Heer Johan Baptist de Bierens verkreeg door koop in 1690 de halve heerlijkheid van Baarlo met burcht. De koop omvatte de heerlijke rechten. Deze bestonden onder andere uit de hoge, middele en lage justitie dwz de criminele en civiele boeten, overdracht en levering van onroerend goed en de aanstelling van schout, schepenen en gerichtsbode. Verder omvatten de heerlijke rechten onder andere ook het planten langs grote wegen en op de 'gemeynte', de bijenstand, vis- en jachtrecht, het molenrecht, tiendrecht en patronaatsrecht.

In 1762 vererfden de bezittingen aan de laatste telg uit de familie: Willem Raymond de Bierens, grootdeken te Aken. Willem vermaakte de goederen bij testament aan Hendrik d'Erp.