windmolen.jpg

Windmolen (voormalige dampmolen)

Bij het kruispunt aan de Rijksweg werd in 1867 een grote windmolen gebouwd. Het woongedeelte was al omstreeks 1830 gebouw door de familie Hoefnagels. Het was één van de eerste huizen aan de nieuwe doorgaande weg. Hoefnagels breidde het boerenbedrijf uit tot molenbedrijf. In 1861 kwam het bedrijf in handen van Theodorus Houba uit Maasbree. In 1870 werd het bedrijf overgenomen door molenaar en logementhouder Gerardus Daniëls. Het logement werd voornamelijk bezocht door voerlui die er konden overnachten en hun paarden konden stallen. Daniëls dochter Johanna hertrouwde na het overlijden van haar eerste man, met Hendrik Martens. De familie Martens zette het molenbedrijf tot 1940 voort. De molen werd in de volksmond de dampmeule genoemd omdat ze naast windkracht ook werd aangedreven door stoom. Bij de molen stond een hoge schoorsteen die deel uitmaakte van de met hout of kolen gestookte stoomketel. De schoorsteen werd in 1900 gesloopt omdat de molen kon worden aangedreven met behulp van een benzinemotor. In de avonduren zorgde de motor voor de aandrijving van een elektro-dynamo. Deze elektro-motor voorzag de huizen in de dorpskern van elektrisch licht. Aan het eind van de oorlog werd de dampmeule met bijgebouwen tegelijk met de standaardmolen aan de Molenberg, door de Duitsers opgeblazen en volledig verwoest.